Was ik maar in Wassenaar
Toen ik naar het Bonnefantenmuseum in Maastricht ging,
schreef ik nog dat er tijdens regenachtige dagen geen betere plek is dan het museum. Nu blijkt dat er tijdens hete dagen ook
geen betere plek is om af te koelen. Vandaag heb ik daarom een bezoek gebracht
aan museum Voorlinden in Wassenaar.
Ik heb hoge verwachtingen. Museum Voorlinden is gevestigd in
een relatief jong museumgebouw, bouw 2016, dus er kan (moet?) tijdens de bouw rekening
gehouden zijn met mindervalide bezoekers. Daarnaast hebben ze een hele pagina
gewijd aan toegankelijkheid, wat wil een mindervalide als ik nog meer?! Op deze
pagina geven ze daarbij duidelijk aan welke delen van het museum voor
moeilijkheden kunnen zorgen.
Daar gaan we...
De weg naar het museum begint goed. De lange oprijlaan, mooi
gelegen in een bosrijk gebied, vormt in eerste instantie geen probleem. Dan
zakt de moed me weer in mijn Gucci’s. De oprijlaan wordt onderbroken met een
slagboom en draaipoortjes. Je kent die poortjes wel, ieder zwembad heeft ze. Ik
kan met mijn rolstoel niet door de draaipoortjes heen. Valsspelen door onder de
slagboom door te kruipen is ook geen optie. De enige manier waarop ik dan bij
het museum kan komen is een olifantenpad om de draaipoortjes heen. Ik ben dus duidelijk
niet de eerste die voor dit vraagstuk zat… Dit is niet ideaal en eerlijkgezegd
voelde ik me hierdoor ook niet erg welkom. Als de weg naar het museum al zo
moet, wat betekent dat dan voor de rest van het gebouw?
De rest van het pad over het landgoed naar het museum was gelukkig
weer even mooi en toegankelijk als voor de slagboom. De paden waren breed en
rolden prima. Paniek om niks of juichte ik nu weer te vroeg? Bij de deur van
het museum trof ik een oude bekende: de automatische draaideur. Die kan ik als
rolstoelgebruiker vrijwel nooit gebruiken, maar er was gelukkig ook een niet-automatische
deur. Deze werd vrijwel direct een medewerker geopend, waardoor de deur een
beetje automatischer werd en niet opengetwerkt hoefde te worden.
Vrij ironisch en ook niet echt verrassend bevatte deze deur
geen drempelloze entree en moet je weer over een kleine dorpel heen hobbelen.
Ik baalde hiervan aangezien het niet nodig is, drempels kunnen verwerkt worden
in de grond in plaats van daarboven.
Revanche
Je kunt begrijpen dat deze twee obstakels mij ietwat sceptisch maakten over hoe toegankelijk het museum is, maar gelukkig wist het museum zich te herpakken. De vloeren waren heerlijk gelijk, de ruimtes overzichtelijk en bij de deuren bewees het museum dat het dus wel zonder drempels kán. Als klap op de vuurpijl waren de deuren ook breed genoeg! Ik waande me in een waar rolstoelwalhalla.
Nu ik wat ervaring heb met museumbezoeken in de rolstoel, weet ik dat een onverwacht obstakel in een klein hoekje zit. Zo zien we werken op vervelende hoogtes of met spiegelend glas (zou matglas niet een optie zijn? 😉). Museum Voorlinden wist echter ook deze obstakels schijnbaar moeiteloos te tackelen door rondom ruimtevullende kunstwerken een speciaal mindervalidenpad te laten lopen. Dit kun je op de foto hiernaast zien met de installatie 'Breathing Room' van Antony Gormley als voorbeeld. Mijn complimenten, want dit is iets waar ik niet van had durven dromen!In totaal hebben ik en alle andere bezoekers onder de 1.50 m
maar één werk niet goed kunnen zien door het hoogteverschil. Dit kunstwerk
stond echter wel duidelijk op de voorkant van het museumboekje dus dat maakt
veel goed.
Kortom, museum Voorlinden doet het erg goed wat betreft toegankelijkheid ín het museum, maar voor de drempel voelde ik me nog niet erg welkom. Ik denk dat, wanneer het museum deze obstakels oplost dat het museum echt een voorloper kan zijn op vele andere Nederlandse musea. Misschien zijn ze dan zelfs toegankelijker dan onze oosterburen van Kunstmuseum Bonn. 😉
Reacties
Een reactie posten